top of page

Jeanne Dens, een levensschets (3)

In het vorige deel kwamen de gelukkige jaren met Herman aan bod, met aansluitend zijn jammerlijk overlijden. In dit deel de periode daarna, tot aan haar eigen dood.


In de volgende jaren was er dan het groeiend besef van Hermans speciale uitverkiezing, die voor hen duidelijk werd, door de toenemende opkomst van mensen, die om steun kwamen en waarvan steeds meer blij dankten om een verhoring. Zo was er het onthaal van die bezoekers aan huis, die altijd hartelijk werden ontvangen. "Ik zou nog geen hond de deur wijzen" was één van haar gezegden.

Hermans graf werd een bedevaartsoord.

Als tweede zorg was er het onderhoud van het graf, waar steeds meer plaatjes en bloemen werden gezet en dat zij in een onberispelijke staat wilden houden. Dit moest samengaan met het werk buitenhuis, dat zij op verschillende plaatsen heeft volbracht, en o.a. de laatste jaren samen met haar man bij Parein, de koekjesfabriek. Mevrouw Wijns had een sleutel van het kerkhof gekregen en kon zo op bepaalde dagen heel vroeg, alvorens naar haar werk te gaan, de bloemen begieten of opruimen, en het graf rakelen. Dit zag er dan altijd verzorgd en net uit, zoals alles wat met haar te doen had. Daar was zij werkelijk ‘de actieve Martha’(uit de Bijbel), spontaan reagerend, waar haar man eerder tot het diepere, beschouwende type behoorde.

In 1958 moesten zij ook het huis in de Wuytslei verlaten. Dat was een probleem en een zorg, waarvoor werd gebeden. Zij vonden dan een woonst in de Duchastellei 50, waar ook de kans bestond om de herinneringen aan Herman aan de bezoekers te laten zien. Zeker is ook te vermelden en van essentieel belang, hun regelmatig gebed, dat zij elke avond samen trouw vervulden, met allerlei devoties en zeer bepaald voor de intenties van mensen in nood die op Herman beroep deden.

Op bezoek in een zustersschool te Aalst (omstreeks 1970)

Op 18 februari 1980 overleed haar man, Jos Wijns, Hermans vader, na een lange pijnlijke ziekteperiode. Hij waardeerde het zeer om thuis te kunnen verzorgd worden, dank zij de edelmoedige, zelfvergeten inzet van Jeanne. Deze heeft er zeer lastige dagen aan gehad, maar zij was gelukkig dit voor hem te kunnen doen. Het was helemaal in de lijn van haar aard: actieve inzet van ganser harte in een concrete noodsituatie...

 

Dan zijn er nog dertien jaren gevolgd, waarin mevrouw Wijns als weduwe alleen door het leven is gegaan. Dan werd pas duidelijk welk een behoefte en weldaad het voor haar is geweest, het gezelschap en de leiding van haar man, die haar onstuimige natuur in evenwicht hield. Zij was een bij uitstek sociaal mens, die gezelschap zocht, maar ook dominant en eigenzinnig, daarbij wel wat misvormd door gedurig als moeder van Herman in de belangstelling te hebben gestaan. Dat alles kon ze nu als alleenstaande niet meer aan en zij bekloeg zich over de eenzaamheid. Anderzijds sloot een zeker zelfbewustzijn af voor een vertrouwelijke omgang met de eerste de beste, wie niet overeenstemde met haar psychologisch aanvoelen en waarderen. Door de gedurige omgang met mensen had zij overigens daarin een scherp inzicht verworven. 


Een grote hulp ondervond zij van enkele trouwe vrienden, die haar regelmatig kwamen bezoeken en die zij waardeerde. Het was daarentegen tijdens de laatste jaren voor meerdere anderen moeilijk, zo niet ondoenlijk, een hartelijke omgang te onderhouden, ook al waren ze vroeger beste vrienden. Het oud worden kan bepaalde gebreken meer onbeheerst doen bovenkomen.

Toch blijft onder dit alles de eigenlijke diepe goede gesteltenis doorleven en duidelijk heeft zij die laatste weken, na de ziekenzalving, een opmerkelijke ommekeer doorgemaakt, met een grotere mildheid en innerlijkheid, verlangend naar, en klaar voor de hemel.

Zo was ook te verwachten voor iemand die steeds, zelfs in haar gebreken, oprecht getracht heeft zichzelf te zijn “Ik ben nu eenmaal zo”, naar eigen best weten. Ongetwijfeld heeft God dit nog meer gewaardeerd, met alles wat zij voor Hem en voor Hermans zaak heeft mogen en willen volbrengen.

Daardoor heeft zij zeker haar hemel van Gods goedheid verkregen, om voor eeuwig op te gaan naar het gezelschap van Herman, van haar man en vooral van God. Het eeuwig leven.


In het volgende en laatste deel bekijken we enkele teksten die werden gepubliceerd naar aanleiding van haar uitvaart.

©2024  Vrienden van Herman Wijns vzw.

bottom of page